zaterdag 21 mei 2011

Toch niet

Het vergaan van de wereld: ik ben er klaar voor. Ik heb me er bij neergelegd dat mijn laatste dag op deze aarde zou bestaan uit het snijden van vlees en kaas en in de trein zitten. Geen enorm boeiende dag dus, maar het moet zo zijn.  Ook heb ik me er bij neergelegd dat ik zal sterven in mijn dagelijkse outfit, en niet in dat ene leuke, maar net íets te dure jurkje dat ik vorige week niet gekocht heb. Omdat ik vorige week nog niet wist dat de wereld vandaag zou vergaan, zeg maar.


Naarmate de dag vordert, ga ik steeds vaker op de klok kijken. We lijken wel getrouwd, de tijd en ik. Ik rook ook gauw nog een pakje sigaretten. Ik ga toch dood, dus het maakt nu niets meer uit.
De minuten gaan voorbij,  sneller en sneller. Om kwart voor zes zit ik in de trein en passeer ik station Den Bosch -voor de laatste keer.
Nog veertien minuten te gaan. Mijn handen worden klam. Ik  word nu toch wel zenuwachtig. Mijn leven flitst in een paar seconden aan me voorbij. Twintig jaar zit er op, denk ik.
Nog tien minuten te gaan. Heb ik eigenlijk alle leuke dingen gedaan die ik wilde doen? Nee, eigenlijk niet. Ik wilde nog rijk worden, een kast van een huis kopen -met twaalf kamers, zes badkamers, twee zwembaden en een butler- en ik wilde nog wat van de wereld zien. Het liefst de hele wereld, maar dat terzijde. Shit. Nu is het te laat om deze dingen te doen.
Nog vijf minuten. Ik maak mezelf wijs dat het beter is om mijn ogen dicht te doen: dan zie ik het niet aankomen. De trein raast door, maar voor hoe lang nog? Ik weet de tijd niet, maar ik durf niet te kijken. De trein mindert vaart. Dit is het, denk ik. Het einde van de wereld.
De stem van de conducteur klinkt luid en duidelijk door de doodstille coupé: "Dames en heren, we naderen station Utrecht Centraal. Hierna zal deze trein doorrijden als intercity ..." De rest van zijn stem valt weg. Ik open mijn ogen en kijk naar de tijd: vijf over zes.


Vijf over fucking zes. Ik kijk naar buiten: wie weet komt het nog. Het komt niet. Ik knipper met mijn ogen, maar het is er nog steeds niet. Gelukkig, denk ik. Dan kan ik tóch nog dat ene leukje jurkje kopen, ook al was het echt veel te duur. Dan heb ik het vast in mijn kast hangen voor eind 2012, zodat ik stijlvol ten onder kan gaan.

maandag 16 mei 2011

Rampenfeest

Ik heb een schuurfeest meegemaakt. Een schuurfeest ja. Nooit van gehoord? Ik tot afgelopen zaterdag ook niet. Om eventuele misverstanden uit de wereld te helpen: het is geen feest waarbij je de hele avond tegen elkaar aan moet schuren. Laat dat even duidelijk zijn.

Een schuurfeest dus. Eigenlijk slaat de naam 'schuurfeest' nergens op, want er was geen schuur te bekennen. Je kan het beter een tent-in-een-weiland-feest noemen. Meer dan dat was het namelijk niet. Zelf noemden ze het "het Rampenfeest". Als dat op de muziekkeuze duidt, klopt dat als een bus. Verschillende muziekstijlen: oké. Maar dit?! Après-ski wordt afgewisseld met happy hardcore, gevolgd door wat zoetsappige nummers van Guus en Marco en weer eindigend met een zomerhitje uit 2002 of zo. Ik moet toegeven: dat is even wennen. Het ene moment sta je los te gaan op een lekker house  nummer, het volgende moment staat iedereen je aan te wijzen omdat het lied 'Kale Kano' gedraaid wordt. Het kan allemaal, op zo'n schuurfeest.
Weer een moment later staat de halve tent elkaar te duwen en aan elkaar te trekken. Het is vergelijkbaar met een dagje shoppen in de Primark -tijdens de uitverkoop-, alleen dan nog net iets erger. Verschrikkelijk irritant dus, vooral als je er zelf zo ongeveer tussen staat. Ik ben vast een agressieve Brabander -vast ook de enige- maar ik vond het even nodig om bijna iemands oog er uit te krabben. Ga maar ergens anders met je vriendjes spelen.

Verder wordt er veel misbruik gemaakt van alcohol. Alcohol is wel nodig hoor met die muziek, maar overdrijven is ook een vak. Sommige mensen zijn zo lam dat ze echt niet meer weten wat links of rechts is. Ook kun je je gewoon laten betasten. Beter gezegd: je zo ongeveer in het openbaar laten vingeren.
 Gewoon zonder schaamte. Blijkbaar kan dat gewoon op een schuurfeest.


Plassen moet ook gebeuren, en daarvoor heb je dan een zeikweide. Ja, wat je nu denkt is goed: het is inderdaad een stuk weiland waarin je kunt plassen. Er stonden dixi's. Jammer dat daarvoor ook een rij stond waar je U tegen zei. En wat doe je dan? Juist: dan ga je gewoon op je hurken zitten. Wildplassen hoort er gewoon bij. Dat doe je dus op de zeikweide: een klein stukje weiland dat is afgezet met hekken. Het was zo klein dat je gewoon de haren van degene naast je kan tellen. Nu zie je het waarschijnlijk helemaal voor je. Sorry hiervoor.


Al met al was het een aparte ervaring. Ik heb me, als meisje dat niet meer kent dan overvolle kroegen, prima vermaakt in dat weiland. Alcohol, foute muziek, een tent en een weiland. Dat is het enige wat je nodig hebt voor een leuke avond. Was alles maar zo simpel.

dinsdag 3 mei 2011

Soms

You may take a holiday in Spain
leave your wings behind you
Drive this little girl insane
and fly away to someone new


Soms vragen mensen me wel eens of het me niets doet dat ik je nooit meer spreek. Soms antwoord ik dat het me niets doet, maar ik mis je wel. Missen is misschien een te groot woord. Ik mis jou niet, maar ik mis het gezin. Niet dat ik nu geen leuk gezin heb, maar het had anders kunnen zijn. Het had anders moeten zijn en het was anders geweest als jij zes jaar geleden nagedacht had met je hersens, en niet naar je gevoelens geluisterd had. Nu zeg ik niet dat ik niet wil dat je naar je gevoelens luistert, maar in dit geval was het anders. Heel anders.

Soms doe ik dingen die me aan jou doen denken. Dan haat ik mezelf, omdat ik niet aan je wíl denken. Omdat dat me pijn doet. Omdat jíj me nog steeds pijn doet, ook al heb je dat zelf niet in de gaten. Je maakt me keer op keer nog steeds kapot, met alles wat je doet. Soms zou ik het je willen zeggen, maar dat zou je toch niet begrijpen. De fout ligt toch bij mij, dat is wat jij denkt en volhoudt. Ik heb bergen energie aan jou verspild, maar jij wilde nooit toegeven. Nu schijn je spijt te hebben, maar dat is zes jaar te laat. Zes jaar lang heb je me het gevoel gegeven dat ik overbodig was, dat je me haatte. Zes jaar. Nu is het voor mij de tijd om jou te haten. Langer, veel langer dan zes jaar. Ja, dat doet me pijn.


Soms wil ik je bellen. Ik doe het niet: het zou toch alleen maar eindigen in een ruzie. Jammer is dat. 

Soms vraag ik me af of je je afvraagt hoe het met me gaat. Of je er over nadenkt om contact met me te zoeken en of je twijfelt.

Soms... Soms vraag ik me af hoe het was als het allemaal anders was.

Voetbaltwitteraars

Er is helemaal niks mis met voetbalfans. Echt niet. Behalve dan met hooligans en twitteraars - voetbaltwitteraars, welteverstaan. Voetbaltwitteraars, God, wat een irritatiefactor. Ze zouden het echt moeten verbieden. Ga je naar een wedstrijd of zit je thuis op de bank voetbal te kijken: Twitter moet verplicht uit.
Denk je op zondagmiddag even wat te twitteren om een uurtje of drie, word je verrast door een Twitterexplosie over de voetbalwedstrijden die er op dat moment gespeeld worden. Ik hoef de televisie niet eens aan te zetten om te weten wie er een rode kaart heeft, wie er met geluk van af komt met een gele kaart en wie er gescoord heeft. Om het maar niet te hebben over de uitbarstingen over de scheidsrechter die echt wel had moeten fluiten, de klootzak!  Iedere scheet die de scheidsrechter laat komt op Twitter, evenals iedere miezerige overtreding. Vervolgens scoort de tegenpartij. De woorden kankerzooi, teringlijers, klootzakken en andere soortgelijke woorden vliegen door mijn time-line. Hoogst irritant. Na het complete elftal van de tegenstander de grond in te hebben getwitterd, komt de scheidsrechter weer aan de beurt. Die lul had namelijk echt even moeten zien dat het wel degelijk een overtreding was. En had hij soms niet door dat de spits ongelofelijk buitenspel stond? Wat is hij voor een achterlijke, blinde homo? Heeft hij zijn ogen in z'n broekzak zitten of zo? Of misschien liggen ze nog in de kleedkamer. Deze vent zouden ze echt moeten ontslaan, wat is hij voor een kutscheids?!

Ja, zo gaat het in voetballand op Twitter. In 140 tekens je haat uiten. Over voetbal nota bene. Wat is er gebeurd met de voetbalfan die op de bank zit en naar de televisie schreeuwt als er iets gebeurt? De die-hard voetbalfan die liever zijn schoen naar de televisie gooit uit frustratie, in plaats van zijn woede in 140 tekens samen te vatten, bestaat die nog? Of is dat dan de fan die in het stadion zit in de kleuren van zijn team? De fan die zijn longen uit zijn lijf schreeuwt vanaf de tribune, samen met honderden anderen, in de hoop dat hij zijn team naar de overwinning kan schreeuwen? De échte voetbalfan. Hij bestaat nog. Dat is de fan die, na negentig minuten plus blessuretijd, thuiskomt, op de bank neerploft, zijn telefoon pakt en twittert: Wat een goeie wedstrijd.